Voortgangsrapportage Emancipatie, 2020
Alle mensen zijn vrij om te zijn wie ze zijn.
En om te worden wie ze willen worden.
Lees teksten voor

Coördinerend minister van Emancipatie, Ingrid van Engelshoven:
“Het quotum is een historische stap voorwaarts. Een gelijke maatschappelijke positie en acceptatie is echter op veel punten nog niet in zicht. Juist nu moeten we doorpakken!”
Coördinerend minister van Emancipatie, Ingrid van Engelshoven
Het quotum is een historische stap voorwaarts. Maar het is ook opnieuw duidelijk geworden dat we er nog lang niet zijn.
Met de acceptatie van seksuele en genderdiversiteit gaat het gelukkig steeds een beetje beter. Toch is deze acceptatie voor lang niet iedereen in ons land en in Europa vanzelfsprekend. Ondertussen hebben we dit jaar ook te maken met een pandemie waar we de gevolgen nu nog niet van kunnen overzien. Wat we al wel signaleren, is dat de arbeidsparticipatie van vrouwen relatief meer is afgenomen dan die van mannen en dat het risico op geweld achter de voordeur toeneemt. Dit vraagt om extra alertheid!
De uitdagingen en kansen op het gebied van emancipatie zijn ruim voorradig. Met veel interesse volg ik bijvoorbeeld de ontwikkelingen rondom kunstmatige intelligentie (AI) en zet ik me in om genderbias te voorkomen. En ik kijk er ook naar uit om nog meer werk te maken van lhbti- en gendergelijkheid in het onderwijs. Daarnaast richt ik mijn blik op de landen om ons heen. Juist onze Europese verbondenheid kan er voor zorgen dat gendergelijkheid op alle beleidsterreinen van de EU steeds dichterbij komt. Samen met mijn collega-bewindslieden en partners uit het veld zal ik altijd de vrijheid om jezelf te zijn verdedigen. Iedereen die zich daarin belemmert voelt, verdient onze aandacht en hulp. Hoe ik het komend jaar aan de slag ga met het vergroten van de vrijheid en gelijkheid in ons land leest u in deze rapportage.


Arbeid
“Elke vrouw moet financieel onafhankelijk zijn en haar kwaliteiten op de arbeidsmarkt waar kunnen maken.”
Het kabinet streeft naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen op het gebied van arbeid en inkomen en zet zich in voor een gelijke deelname van vrouwen op elk niveau. De vooruitgang die hierop wordt geboekt, is tot nu toe te bescheiden. Het vergroten van de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt is cruciaal om die gelijkheid te bereiken. De coronacrisis heeft dit weer eens indringend zichtbaar gemaakt. Er zijn nog steeds grote verschillen tussen mannen en vrouwen ten aanzien van het gemiddelde aantal uren dat zij werken, de functies waarin zij terechtkomen en het loon dat zij ontvangen. Het is nog onduidelijk wat de precieze effecten van de coronacrisis zijn op de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het CPB heeft echter wel vastgesteld dat in de eerste fase van de lockdown (maart en april) vrouwen 16% minder uren werkten, terwijl de daling bij mannen 11% was. De ongelijkheid in formele uren tussen vrouwen en mannen is daardoor toegenomen. Daar staat tegenover dat CBS-gegevens aantonen dat er van maart op april meer mannen dan vrouwen werkloos zijn geworden. De effecten van de coronacrisis geven tot nu toe kortom een gemengd beeld. Mijn collega’s van SZW en ik zullen de effecten van de financiële noodsteun monitoren en evalueren, daarbij zal waar relevant en mogelijk specifiek aandacht zijn voor verschillen tussen mannen en vrouwen.

Om verschillen te verkleinen is het van belang dat mannen en vrouwen dezelfde kansen hebben om financieel zelfstandig en onafhankelijk[1] te zijn. Arbeidsparticipatie en een betere balans van zorg en werk tussen mannen en vrouwen dragen daaraan bij. Hoewel de meeste mannen en vrouwen in Nederland zeggen dat ze de zorgtaken gelijker willen verdelen, zijn het veelal vrouwen die voorzien in de zorg voor het gezin en naasten. En vrouwen die in kleine deeltijdbanen werken, verdienen veelal niet genoeg om economisch en financieel zelfstandig te zijn. Gelijke deelname van vrouwen is ook belangrijk in topposities. De doorstroom van vrouwen naar de top gaat echter te traag, terwijl divers samengestelde teams komen tot betere besluiten en betere resultaten. Daarmee doen we niet alleen vrouwen, maar ook de economie en de samenleving als geheel tekort.
Hieronder beschrijf ik de voortgang op het thema ‘arbeid’ vanuit de indeling: arbeidsparticipatie, gelijk loon, financiële onafhankelijkheid en topvrouwen.
[1] Je bent economisch zelfstandig als je 70% van het minimumloon bij voltijdswerk verdient. Je bent financieel onafhankelijk als je 100% van het minimumloon bij voltijdswerk verdient.


Arbeidsparticipatie
“Meer vrouwen werken meer uren”
De overgrote meerderheid van de vrouwen in Nederland werkt in deeltijd. En hoewel arbeidsparticipatie altijd een keuze moet zijn, kunnen de nadelen van deeltijdwerk groot zijn. Zeker bij kleine deeltijdbanen die vaak niet genoeg opleveren om economisch zelfstandig[2] te zijn en die minder kansen op doorstroom naar hogere functies geven. Voor gelijke kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt is de verdeling van arbeid en zorg cruciaal. Veel mannen willen meer zorgen, bijvoorbeeld voor hun kinderen. En als mannen meer zorgtaken verrichten, is het voor vrouwen makkelijker om (meer uren) te werken en naar hogere functies door te stromen. Daarnaast zijn er ook veel vrouwen in kleine deeltijdbanen die meer willen werken. Personeelstekorten in de zorg en het onderwijs zijn voor een deel terug te dringen als de vrouwen die daar werken een aantal uren per week meer zouden werken. Daarom streef ik ernaar dat de arbeidsparticipatie van vrouwen omhoog gaat en dat meer vrouwen meer uren gaan werken.

Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
- Het kabinet heeft een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Deeltijdwerk laten verrichten om de Nederlandse deeltijdcultuur te onderzoeken en om beleidsopties aan te reiken. Het IBO Deeltijdwerk plus de kabinetsreactie daarop zijn op 29 april 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd.
- Zoals in de kabinetsreactie op het IBO Deeltijdwerk is aangekondigd, zal het kabinet scenario’s laten uitwerken voor het stelsel van voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Dit stelsel omvat onder andere kinderopvang, primair onderwijs en verlof voor ouders.
- Daarnaast werk ik samen met mijn collega’s van SZW en FIN aan een meer gelijke verdeling van arbeid en zorg tussen mannen en vrouwen. Zo heeft het kabinet in 2019 het geboorteverlof ingevoerd. Dit betekent dat de partner van de moeder recht heeft op een week door de werkgever betaald verlof. Per 1 juli 2020 gaat het aanvullend geboorteverlof in, wat betekent dat er vijf weken verlof voor 70% wordt doorbetaald door het UWV.
- Verder heeft de staatssecretaris van SZW, mede namens MBZK en mij, de voortgangsrapportage van het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie 2018-2021 naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin staan maatregelen opgenomen om zwangerschapsdiscriminatie tegen te gaan. Zo is er in de campagne ‘Verderkijkers’ en in de flyer ‘Zwangerschapsdiscriminatie’ aandacht voor zwangerschapsdiscriminatie, is de bewustwordingsactie ‘Baby en Baan’ in 2018 verlengd tot juli 2019 en is er een samenwerking met de GroeiGids van de GGD ingericht om vrouwen te informeren over hun rechten. De komende maanden wordt bezien hoe de aanpak van zwangerschapsdiscriminatie een extra impuls kan krijgen. Hierbij worden de uitkomsten van het onderzoek naar zwangerschapsdiscriminatie van het College voor de Rechten van de Mens betrokken, dat rond de zomer zal verschijnen.
- Zoals in de kabinetsreactie op het IBO Deeltijdwerk is aangekondigd, zal het kabinet na de zomer een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer sturen over de invoering van betaald ouderschapsverlof in augustus 2022. Het betalingsniveau van 50% (aanvullend op eventuele afspraken in cao’s) zal de opname van ouderschapsverlof door beide ouders vergemakkelijken. Het verlof moet in het eerste jaar na de geboorte van het kind worden opgenomen, omdat vooral in deze periode de opname van verlof door beide ouders bijdraagt aan een evenwichtige verdeling van arbeid en zorg.
- Ook is het per 1 januari 2020 financieel aantrekkelijker geworden om meer te werken. Het belastingstelsel is naar een tweeschijvenstelsel geschoven, de algemene heffingskorting is verhoogd en de arbeidskorting is aangepast.
- Verder heb ik op 13 februari het rapport ‘Het potentieel pakken in de zorg. De kansen rondom grotere deeltijdbanen’ van Stichting Het Potentieel Pakken in ontvangst genomen. Dit initiatief heeft als doel de arbeidstekorten in de zorg terug te brengen door de deeltijdfactor[3] te verhogen. Naar analogie van het onderzoek naar deeltijdwerken in de zorgsector, ben ik bezig met een verkenning van de potentie van het verhogen van de deeltijdfactor in het onderwijs om zo de arbeidstekorten in het onderwijs terug te brengen.
- En met Women Inc. kijk ik naar het ontwikkelen van een deeltijdberekenaar, waarin werknemers kunnen laten berekenen welke voordelen het oplevert als zij hun deeltijdcontract in uren uitbreiden.
[2] Economisch zelfstandig: wanneer iemand 70% van het minimumloon verdient bij voltijdswerk.
[3] Deeltijdfactor: het gemiddeld aantal gewerkte uren van vrouwelijke werknemers in de zorg.


Gelijk loon
“De loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt kleiner”
Vrouwen verdienen per uur gemiddeld nog steeds minder dan mannen, zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid. Deels is dit te verklaren door verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt, zoals verschil in functieniveau, sector en werkervaring. Het resterende gecorrigeerde verschil geeft een voorzichtige indicatie van het bestaan van ongelijk loon voor gelijkwaardige arbeid. Uit de laatste CBS-monitor “Loonverschillen tussen mannen en vrouwen” bleek dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen slechts langzaam kleiner wordt. Het kabinet streeft ernaar deze loonkloof tussen mannen en vrouwen te verkleinen.

Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
- Tot eind 2019 heb ik een campagne van WOMEN Inc. gesubsidieerd om vrouwen en werkgevers bewust te maken van de loonkloof. Het doel van de campagne was het bieden van praktische mogelijkheden om de loonkloof te verkleinen en te onderzoeken hoe verdere verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Hieronder vielen ook de campagne #15procentminder en de Gelijk Loon Check. Hiermee kunnen werkgevers op een eenvoudige manier meten of er een loonkloof is binnen hun organisatie.
- In het eerder genoemde Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie 2018-2021 wordt ook verwezen naar de checklist gelijke beloning van mannen en vrouwen: ‘Je verdiende loon!’ van de Stichting van de Arbeid, deze wordt momenteel geüpdatet en na de zomer van 2020 in een nieuwe vorm gepubliceerd op www.stvda.nl.
- Ten slotte neemt de SER het initiatief voor een ondersteunende infrastructuur voor gender en culturele diversiteit, zie ook infrastructuur SER. Deze infrastructuur biedt onder andere een adequaat monitoringssysteem waarmee vennootschappen zich kunnen spiegelen aan anderen. Dat kan, zeker in het geval van topvrouwen, bijdragen aan grotere transparantie en kan bijvoorbeeld ook inzicht bieden in de mate van gelijke beloning van mannen en vrouwen.


Financiële onafhankelijkheid
“Meer vrouwen zijn financieel onafhankelijk”
Ik streef ernaar dat elke vrouw in staat is economisch zelfstandig en financieel onafhankelijk[4] te zijn, en haar kwaliteiten op de arbeidsmarkt waar kan maken. Het aandeel vrouwen dat economisch onafhankelijk en financieel zelfstandig is neemt elk jaar een beetje toe. Om deze stijging te versnellen is het belangrijk dat meer vrouwen gaan werken en dat werkende vrouwen gemiddeld meer uren gaan werken en een hoger uurloon verdienen. Voor specifieke groepen vrouwen – onder meer vrouwen met een taalachterstand, arbeidsbeperking, en/of migratieachtergrond – vergt toetreden tot de arbeidsmarkt extra ondersteuning.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
- Samen met het ministerie van SZW werk ik aan een aanpak voor vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hierover heb ik de Tweede Kamer in november 2019 geïnformeerd. Onderdeel hiervan is dat ik gemeenten ondersteun bij een gendersensitieve uitvoering van het re-integratiebeleid. De call voor het programma ‘economische veerkracht’ (Nationale Wetenschapsagenda) is inmiddels opengesteld. De 6e ronde ‘economische zelfstandigheid’ van het ZonMw-programma ‘Vakkundig aan het Werk’ wordt in juni opgesteld.
- Het kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) is een project gestart om de arbeidsmarktpositie van vrouwen met een migratie-achtergrond te verbeteren.
- En vanuit de subsidieregeling armoede en schulden van het ministerie van SZW wordt een aantal projecten gesubsidieerd gericht op het vergroten van de economische zelfstandigheid van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zo is een subsidie verstrekt aan Single Super Mom gericht op alleenstaande moeders en heeft Diversion het project ‘Meer vrouwen aan het werk’ in uitvoering.

[4] Je bent economisch zelfstandig als je 70% van het minimumloon bij voltijdswerk verdient. Je bent financieel onafhankelijk als je 100% van het minimumloon bij voltijdswerk verdient.


Topvrouwen
“Meer vrouwen werken in topposities”
Het kabinet heeft besloten stevige maatregelen te treffen om een betere doorstroom van vrouwen naar topposities te bereiken en werkt aan wetgeving die enerzijds een quotum oplegt aan raden van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven en anderzijds grote bedrijven verplicht passende en ambitieuze streefcijfers te formuleren voor de top en de subtop. Het kabinet vindt het daarom teleurstellend dat het bedrijfsleven er zelf niet in slaagt tot een meer diverse top en subtop te komen. Daaruit blijkt dat er een situatie is waarbij mannen en vrouwen nog steeds geen gelijke kansen hebben als het gaat om de doorstroom naar bestuurs- en toezichtsfuncties.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Op deze maatregelen is onderstaande te melden:
- Het kabinet heeft besloten het SER-advies ‘Diversiteit in de top, tijd voor versnelling’ integraal over te nemen. Dat houdt in dat Nederlandse beursgenoteerde bedrijven worden verplicht een vertegenwoordiging van mannen én vrouwen van minimaal 30% te realiseren in hun RvC. Een nieuwe benoeming die niet bijdraagt aan een verdeling van zetels van tenminste 30% m/v is nietig. Alle grote vennootschappen (ongeveer 5000 bedrijven) worden verplicht zelf ambitieuze streefcijfers op te stellen. Daarnaast worden deze grote vennootschappen verplicht hiervoor plannen op te stellen en over het geheel transparant te zijn. Een conceptwetsvoorstel hiertoe is voorgelegd in internetconsultatie. Deze is inmiddels gesloten. Het kabinet streeft ernaar een voorstel voor de wettelijke regeling uiterlijk medio 2020 naar de Raad van State te sturen.
- De SER zal zoals aangegeven in hun advies een infrastructuur inrichten waarmee ik verwacht fundamentele vooruitgang te boeken met het transparant maken van de verscheidenheid aan onderwerpen die kunnen bijdragen aan het bevorderen van gelijke kansen, het verbeteren van de doorstroom van vrouwen naar topposities op de arbeidsmarkt en het vergroten van eigenaarschap bij bedrijven om met diversiteit aan de slag te gaan. De invulling van de infrastructuur wordt nader uitgewerkt met ministeries en andere betrokken partijen. Over de infrastructuur, het vormgeven van de transparantieverplichting en over de voortgang van de wettelijke verplichting informeert het kabinet de Kamer voor de zomer van 2020.
- De maatregelen die gaan gelden voor de private sector zullen ook een vertaling krijgen naar de (semi-)publieke sector. Gezien de breedte en de diversiteit van de organisaties behorend tot de (semi-)publieke sector past hier geen one-size-fits-all regeling. Om dit uit te werken wordt een programma ingesteld. Het kabinet zal de Kamer voor de zomer van 2020 informeren over de vormgeving, de aanpak en het tijdspad van het programma.



Sociale Veiligheid
“Alle mensen voelen zich (sociaal) veilig[5]”
Het kabinet blijft ernaar streven dat alle mensen zich veilig voelen en de ruimte krijgen om te worden wie ze willen zijn. Hierop is vooruitgang geboekt, maar voor sommige groepen is het nog steeds geen vanzelfsprekendheid.
De ontwikkelingen in de Nederlands samenleving laten een tegenstrijdigheid zien. Enerzijds blijkt er een hele lichte stijging van de acceptatie van seksuele en genderdiversiteit te zijn. Anderzijds laten met name de felle discussies rondom mannelijkheid en vrouwelijkheid in sommige groepen in de samenleving zeer traditionele opvattingen zien. Deze opvattingen spelen ook een onderliggende rol bij gendergerelateerd geweld[6]. Op dit punt lijkt in Nederland en zeker in Oost-Europa soms sprake van polarisatie en botsing van waarden. De opkomst van orthodoxe en conservatieve opvattingen in Europa en in eigen land zijn zowel voor vrouwen als lhbti-personen[7] een mogelijke belemmering voor verdere emancipatie. Ook de coronacrisis kan een negatief effect hebben op de emancipatie van sommige van deze groepen. Zo is de verwachting dat huiselijk geweld, waar voornamelijk vrouwen en kinderen slachtoffer van worden, zal toenemen tijdens deze crisis[8].
Hieronder beschrijf ik de voortgang op het thema ‘sociale veiligheid’ vanuit de indeling: kwetsbare groepen, lokale aanpak en gendergerelateerd geweld. Ook de voortgang van de preventieve maatregelen uit het Actieplan Veiligheid LHBTI dat de minister van Justitie en Veiligheid op 2 april 2019 mede namens mij naar de Kamer stuurde, kunt u in dit hoofdstuk vinden.
[5] Sociale veiligheid betekent dat iemand zich beschermd voelt tegen bedreiging van anderen in de openbare ruimte (zoals op straat, school e.d.).
[6] Gendergerelateerd geweld, in het emancipatiebeleid ook als synoniem gebruikt voor ‘geweld tegen vrouwen’, is een verzamelterm voor verschillende vormen van geweld die geworteld zijn in de ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen en in stereotiepe opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Voorbeelden hiervan zijn huiselijk geweld, seksueel geweld, seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag.
[7] LHBTI-personen: lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen.
[8] In verschillende landen krijgen instanties signalen dat het aantal slachtoffers van huiselijk geweld door de coronamaatregelen toeneemt. In Nederland is tot nu toe geen toename van het aantal gevallen van huiselijk geweld zichtbaar in de cijfers. Er zijn wel extra maatregelen genomen om slachtoffers die in een onveilige thuissituatie zitten te helpen. Zo is er een campagne gelanceerd die oproept om vermoedens van huiselijk geweld te melden bij Veilig Thuis, kunnen slachtoffers zich melden bij apotheken (met codewoord Masker 19) en wordt er gewerkt aan een chatfunctie die laagdrempelig melden mogelijk maakt.


Kwetsbare groepen
“LHBTI-personen voelen zich thuis in eigen (religieuze en culturele) kring”
De kracht van de verschillende hier genoemde groepen en gemeenschappen is groot, maar zij hebben te maken met een opeenstapeling van kenmerken die hun positie kwetsbaar maakt. Het is vaak vooral het achterblijven van de sociale acceptatie bij anderen dat deze groepen raakt. Ik streef ernaar dat alle LHBTI-personen[9] zich thuis voelen in eigen (religieuze en culturele) kring.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
Transgender personen[10]
- Binnen de alliantie Gedeelde Trots, GedeeBinnen de alliantie Gedeelde Trots, Gedeeld Geluk werkt Transgendernetwerk Nederland (TNN) aan de sociale veiligheid en sociale acceptatie van transgenderpersonen, bijvoorbeeld door middel van e-learning voor de jeugdzorg, voorlichting voor scholen, een meldpunt discriminatie en een instructievideo voor politiemedewerkers.
- Daarnaast ondersteun ik het project van TNN en Transwerk Nederland gericht op coaching en werkplekbegeleiding voor transgender personen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
- Verder laat ik dit jaar een onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden om de arbeidsmarktpositie van transgender personen te verbeteren.
- Ook ben ik met het SCP in gesprek om te bezien of zij, eventueel samen met de universiteit van Gent, vragen naar genderidentiteit beter kunnen meenemen in bevolkingsonderzoeken. In het LHBT jongerenonderzoek van het SCP dat dit voorjaar uitkomt is voor het eerst specifiek aandacht voor transgender jongeren. Daarnaast zullen in de nieuwe monitor Sociale Veiligheid op scholen transgender leerlingen worden betrokken. Hiertoe zal worden samengewerkt met de contactgroep Genderkind en Ouders van de patiëntenorganisatie Transvisie.
Intersekse personen[11]
- Er wordt dit jaar een nulmeting gedaan naar de sociale acceptatie van intersekse personen, het eindrapport verwacht ik in december 2020.
- Daarnaast heb ik eind april de resultaten van het project storytelling over de ervaringen van ouders van intersekse kinderen ontvangen.
- Verder hebben de minister van Medische Zorg en Sport en ik de opdracht gegeven aan ZonMw om te komen tot een verkenning naar een multidisciplinaire kwaliteitsstandaard intersekse/DSD.
- En naar aanleiding van de motie Bergkamp/van den Hul zal ik onderzoek laten doen naar de prevalentie van medisch ingrijpen bij (jonge) intersekse kinderen.
Bi+
- Ik verstrek de aankomende drie jaar subsidie aan “Bi+ Nederland”. Zij zetten zich in voor een bi-inclusieve samenleving via gemeenschapsvorming, onderzoek en lobby.
Levensbeschouwelijke kringen
- Ik blijf mij inzetten voor de acceptatie van LHBTI’s in levensbeschouwelijke kringen. Zo blijf ik de activiteiten van de christelijke alliantie LCC+ ondersteunen.
- Daarnaast ondersteun ik een aantal Regenbooggemeenten (Dordrecht en Zwolle) in de Biblebelt bij een regionale aanpak om LHBTI in levensbeschouwelijke kringen bespreekbaar te maken.

[9] LHBTI-personen: lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen.
[10] Personen bij wie de sekse (geslacht) niet overeenkomt met de genderidentiteit
[11] Personen met geslachtskenmerken die buiten de gebruikelijke definities van ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’ vallen


Lokale aanpak
“Iedereen moet zich veilig voelen, dus ook LHBTI-personen en vrouwen”
Het voorkomen van gendergerelateerd geweld en de acceptatie en sociale veiligheid van lhbti-personen[12] vind ik belangrijk. Iedereen moet zich veilig voelen, dus ook LHBTI-personen en vrouwen. Daarbij is de samenwerking met gemeenten van essentieel belang. Juist zij hebben goed zicht op wat zich in woonwijken, bij sportclubs, op straat en in het uitgaansleven afspeelt en wat er moet gebeuren om te zorgen dat vrouwen en lhbti-personen een veilige en inclusieve leefomgeving hebben.

Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
Regenbooggemeenten
- Ik ondersteun de 54 regenbooggemeenten die zich actief inzetten op lokaal lhbti-emancipatiebeleid en ben verheugd over het grote aantal andere gemeenten dat zich daarnaast tot regenbooggemeente hebben verklaard. De regenbooggemeenten worden bij de beleidsontwikkeling inhoudelijk ondersteund door Movisie. Het doet me ook goed om te zien dat met de recente toevoeging van Friesland, nu alle provincies in Nederland regenboogprovincie zijn.
Veilige steden (sociale veiligheid vrouwen)
- Het eerste jaar van het project Veilige Steden is afgerond en de eerste resultaten waren veelbelovend. Ik merk dat gemeenten de urgentie voelen om werk te maken van het voorkomen van geweld tegen vrouwen. Ik heb de G50 gemeenten opnieuw uitgenodigd om een aanvraag in te dienen voor het project. Ik ben blij te zien dat 12 gemeenten een aanvraag hebben ingediend, waaronder drie nieuwe gemeenten. Deze gemeenten zullen inhoudelijk worden geadviseerd en begeleid door Regioplan.
LHBTI & sport
- Samen met de minister voor Medische Zorg en Sport ondersteun ik de Alliantie Gelijkspelen. Deze alliantie stimuleert met een breed pakket aan activiteiten de sociale acceptatie van lhbti-personen in de sport en heeft als doel het realiseren van een open, veilig en prettig team- en verenigingsklimaat voor lhbti-personen in de sport. KNVB, NOC*NSF, KNHB, de roze voetbalfanclubs en de John Blankenstein foundation werken hierbij nauw samen. Met training, deskundigheidsbevordering, voorlichting en deskundig advies richt de Alliantie zich op sportbonden, sportverenigingen, regenbooggemeenten, betaald voetbalorganisaties en supporters.
LHBTI-jongeren
[12] LHBTI-personen: lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen.


Gendergerelateerd geweld[13]
“Niemand is slachtoffer van gendergerelateerd geweld”
Bij de aanpak van de verschillende vormen van gendergerelateerd geweld werk ik nauw samen met mijn collega’s van VWS, JenV en andere departementen. Dit doen we samen met diverse organisaties die gendergerelateerd geweld binnen verschillende groepen en op verschillende terreinen aanpakken. Hiermee hoop ik gendergerelateerd geweld terug te dringen, door te focussen op preventie en bewustwording. Door de coronacrisis is het risico op geweld achter de voordeur alleen maar toegenomen. Ik streef ernaar dat niemand meer slachtoffer is van gendergerelateerd geweld.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
- Ik blijf de alliantie Act4Respect ondersteunen die zich samen met jongeren en professionals inzet voor gelijkwaardige relaties tussen jonge vrouwen en mannen, waarin geen ruimte is voor fysiek, seksueel of cybergeweld. Zo stelt de alliantie met de campagne ‘Generatie Ja..En?’ stereotiepe opvattingen ter discussie die raken aan verschillende vormen van geweld.
- Daarnaast zet ik met de interventie ‘Ik ben van mij!’, gericht in op het bevorderen van positief seksueel gedrag en het ontwikkelen van bewustzijn van wensen en grenzen van de jongeren zelf en die van de ander.
- Verder ondersteun ik de alliantie ‘Verandering van binnenuit’ die zich door middel van lokale bijeenkomsten met mensen uit de doelgroep inzet voor de veiligheid, gelijkheid en acceptatie van vrouwen en LHBTI-personen binnen migranten- en vluchtelingengemeenschappen. Hierin spelen getrainde gespreksleiders uit de gemeenschappen zelf een belangrijke rol. Onlangs heeft de alliantie de publicatie ‘Wat werkt bij het verminderen van discriminatie?’ uitgebracht, waarin ingegaan wordt op werkzame mechanismen bij de aanpak van discriminatie. In 2020 wordt er gestart met het trainen van sociale professionals op deze thematiek.
- Ook vind ik het, net als Femmes for Freedom, belangrijk het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen en meisjes met een bi-culturele achtergrond verder te borgen in de Nederlandse wetgeving en het beleid en daarmee ook in de dagelijkse levens van deze meisjes en vrouwen. Daarom ondersteun ik het LEF dat zich richt zich op het uitbannen van schadelijke traditionele praktijken en eind 2019 de campagne ‘#idecide, sexual rights are human rights’ gelanceerd heeft.
- Zie ook Veilige Steden, over de veiligheid van vrouwen en meisjes in de publieke ruimte.
- Overigens zijn daders van gendergerelateerd geweld overwegend mannen[14] en daarmee ook deel van de oplossing, hiertoe financier ik Emancipator. Onder de naam ‘Deltaplan’ werkt Emancipator samen met tientallen andere organisaties aan het betrekken van jongens en mannen bij het voorkomen van geweld.

[13] Gendergerelateerd geweld, in het emancipatiebeleid ook als synoniem gebruikt voor ‘geweld tegen vrouwen’, is een verzamelterm voor verschillende vormen van geweld die geworteld zijn in de ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen en in stereotiepe opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid. Voorbeelden hiervan zijn huiselijk geweld, seksueel geweld, seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag.
[14] Uit cijfers van FRA (2014) blijkt dat negen op de tien plegers van fysiek of seksueel geweld man is. Zie de factsheet van Emancipator voor meer cijfers over geweld tegen vrouwen.


Genderdiversiteit en gelijke behandeling[15]
“Alle mensen zijn vrij om hun identiteit vorm te geven”
Het kabinet blijft ernaar streven dat alle mensen vrij zijn om hun identiteit vorm te geven. Daarbij hoort een samenleving waarin persoonlijke kwaliteiten en drijfveren onze keuzes in het leven bepalen. Stereotiepe beeldvorming[16] moet daarin geen rol meer spelen. We hebben wat dat betreft nog flinke stappen te zetten. Kijk bijvoorbeeld naar het aantal mannen in de zorg, het aantal meisjes dat voor de technische sector kiest en hoe weinig vrouwelijke deskundigen er op TV te zien zijn.
Om hier verandering in te brengen, moeten we beginnen bij de basis. In het onderwijs is duidelijk te zien dat meisjes en jongens soms keuzes maken op basis van stereotypen. Bijvoorbeeld bij het kiezen van een studierichting. Dat is schadelijk, omdat zij daardoor misschien niet voor een studie kiezen die bij hun talenten past. Daarmee gaat niet alleen voor henzelf, maar ook voor de samenleving als geheel talent verloren.
Het kabinet streeft er ook naar dat ieder mens gelijkwaardig behandeld wordt. De opkomst en ontwikkeling van kunstmatige intelligentie biedt daarbij zowel kansen als bedreigingen. Ik houd deze ontwikkelingen daarom nauwlettend in de gaten.
Ik rapporteer over de gerealiseerde voortgang op de thema’s gelijke behandeling, media en onderwijs.
[15] Zoals in de Emancipatienota is toegelicht, gebruikt het kabinet de term genderdiversiteit: het doel is niet eenvormigheid, maar juist ruimte voor meer keuzes. De term genderneutraliteit, die soms wordt gebruikt, kan de suggestie wekken dat mensen zich geen man of vrouw meer zouden mogen voelen, of zich zo zouden mogen gedragen.
[16] Stereotypen zijn vaststaande beelden, met name van een bepaald type persoon of een bepaalde (bevolkings-)groep dat vaak berust op vooroordelen of clichés.


Gelijke behandeling
“Iedereen is gelijkwaardig”
Ik streef ernaar dat ieder mens gelijkwaardig behandeld wordt. Daarom zet ik in op het bevorderen van juridische en feitelijke gelijkheid van mannen, vrouwen en LHBTI-personen. Daarnaast maken steeds meer bedrijven en organisaties gebruik van kunstmatige intelligentie, oftewel AI-toepassingen.[17] AI biedt kansen om ongelijkheid te verminderen, mits er bij de ontwikkeling en toepassing oog is voor bestaande stereotypen en vooroordelen. Anders is er een risico dat het (onbedoeld) bestaande ongelijkheid in stand houdt of zelfs vergroot. Daarom zet ik mij de komende tijd ook in om onbedoelde uitsluiting door AI-toepassingen tegen te gaan.
Verder vind ik het belangrijk dat onnodige sekseregistratie waar mogelijk wordt beperkt door de overheid en private partijen, zeker als registratie bijdraagt aan het in stand houden van schadelijke stereotypen en gendernormen. Mensen die zich niet (volledig) herkennen in de binaire indeling[18] ervaren registratie als belemmering om voluit deel te nemen aan de samenleving.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
Gelijke behandeling
- Met mijn collega van J&V heb ik in juli 2019 een kabinetsreactie op het rapport van de Staatscommissie herijking ouderschap naar uw Kamer gestuurd. De afgelopen maanden is gewerkt aan een wetsvoorstel over deelgezag en een wetsvoorstel over draagmoederschap. Deze conceptwetsvoorstellen zijn onlangs in internetconsultatie gegaan.
- Daarnaast is met ingang van 1 november 2019 de Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen in werking getreden.
- Verder is met ingang van 1 januari 2020 de Wet herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen[19] in werking getreden.
- Hoewel AI ongelijkheden uit de maatschappij kan vergroten, biedt het ook kansen om het emancipatiebeleid te versterken. Om dat bewustzijn met een handelingsperspectief bij ontwikkelaars, opdrachtgevers, eindgebruikers en burgers te vergroten, spreek ik dit voorjaar met diverse stakeholders (datawetenschappers, hoogleraren, programmeurs van AI, genderexperts en partijen uit de commerciële sector) om de risico’s en de kansen op de intersectie van AI en gender en lhbti-gelijkheid in kaart te brengen. Daarbij is een intersectionele blik[20] essentieel. Ik zal deze partijen ook bij elkaar brengen. In het najaar organiseer ik samen met BZK, SZW en de Inspectie SZW een hackathon[21] gericht op het tegenaan van ongelijkheid door AI in werving en selectiealgoritmes.

Onnodige sekseregistratie
- Mede namens de minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik, gelijktijdig met deze brief, een Kamerbrief over de voortgang van de aanpak van onnodige sekseregistratie naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Hierin wordt informatie gegeven over het afwegingskader onnodige sekseregistratie en de toolbox. Tevens wordt ingegaan op de uitkomsten van het onderzoek van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de vermelding van het geslacht op paspoorten en identiteitskaarten en de gevolgen van genderneutrale registratie.
- Ook wordt in de brief melding gemaakt van de ontwikkelingen ten aanzien van de vermelding van het geslacht op de geboorteakte en de visie van de Minister voor Rechtsbescherming daarop.
- De internetconsultatie van het wetsvoorstel wijziging voorwaarden geslachtsvermelding geboorteakte 2019 is inmiddels afgerond en het wetsvoorstel gaat naar de Raad van State voor advies. Met deze wetswijziging wordt de Transgenderwet gemoderniseerd, onder meer doordat de deskundigenverklaring en de leeftijdsgrens van 16 jaar vervalt. Hierdoor kunnen jongeren onder de 16 jaar hun geslachtsregistratie wijzingen door een verzoek aan de rechter.
[17] AI verwijst naar systemen die intelligent gedrag vertonen door hun omgeving te analyseren en – met een zekere mate van zelfstandigheid – actie ondernemen om specifieke doelen te bereiken. Zie Strategisch Actie Plan AI
[18] Man of vrouw
[19] Deze wet betreft onder meer de verhoging van de strafmaxima voor het delict aanzetten tot geweld, haat en discriminatie.
[20] Een intersectionele blik wijst op het idee van Intersectionaliteit. Intersectionaliteit, ook wel kruispuntdenken, maakt in de analyse van ongelijkheden zichtbaar hoe verschillende delen van iemands identiteit (waaronder gender, seksuele oriëntatie, etniciteit, sociaaleconomische positie) elkaar beïnvloeden.
[21] Een hackathon is een bijeenkomst van programmeurs, ontwikkelaars en andere experts om in korte tijd (meestal 24 uur) een innovatieve en creatieve oplossing te verzinnen voor een complex probleem. De deelnemers aan deze hackathon zullen zich buigen over algoritmes met discriminerende uitwerkingen.


Media
“Laat de diversiteit zien!”
Ik streef ernaar dat we de diversiteit die we zien in de samenleving, ook terugzien in de media.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
- In november 2019 is het rapport naar representatie m/v in non-fictieprogramma’s naar de Tweede Kamer gestuurd. Het rapport heeft veel aandacht gekregen in de media. De cijfers uit het rapport laten zien dat er ruimte voor verbetering is. Daar waar mogelijk wil ik agenderend en faciliterend een bijdrage leveren.
- De coalitie beeldvorming in de media heeft zich in de periode 2017- 2019 met ondersteuning van OCW ingezet op het agenderen van stereotypering[22] en het bevorderen van bewustzijn over vooroordelen. Het is goed om te zien dat de coalitie in 2019 heeft besloten een doorstart te maken, en zich daarmee blijft inzetten voor bewustzijn over stereotypering onder mediamakers.
- Vorig jaar kondigde ik aan de communicatie-uitingen van de Rijksoverheid inclusiever te gaan maken. Door het rijksbrede programma Iedereen in Beeld zijn inmiddels mooie stappen gezet. Zo zal de Voorlichtingsraad een werkgroep de opdracht geven om een plan van aanpak inclusieve beeldcommunicatie uit te werken. Daarnaast gaat de Academie van Overheidscommunicatie in overleg met het Beeldcentrum Rijksoverheid onderzoeken of trainingen en modules kunnen worden ontwikkeld die de communicatieprofessionals van het Rijk handvatten bieden om inclusiever te communiceren. Hierdoor zal het Rijk steeds beter in staat zijn om met inclusieve beelden te communiceren.

[22] Stereotypen zijn vaststaande beelden, met name van een bepaald type persoon of een bepaalde (bevolkings-)groep dat vaak berust op vooroordelen of clichés.


Onderwijs
“Alle leerlingen zijn vrij om te zijn wie ze zijn. En te worden wie ze willen worden.”
Ik streef ernaar dat alle leerlingen zich veilig voelen op school, dus ook LHBTI-leerlingen[23]. Daarnaast vind ik het belangrijk dat iedere leerling de ruimte heeft om het eigen talent te ontwikkelen en om een studierichting te kiezen die past bij de eigen capaciteiten en interesses. Daarnaast vind ik het belangrijk dat iedere leerling de ruimte heeft om het eigen talent te ontwikkelen en om een studierichting te kiezen die past bij de eigen capaciteiten en interesses.
Formeel is er voor leraren(-opleidingen) het afgelopen jaar veel geregeld. Zo is de kennisbasis voor de pabo’s en tweedegraadslerarenopleidingen herzien en daarmee is de acceptatie van seksuele en genderdiversiteit hierin opgenomen. Daarnaast zijn in het mbo de kwalificatie-eisen burgerschap gewijzigd, zodanig dat voor iedereen duidelijk is dat aandacht moet worden besteed aan onder andere seksuele en genderdiversiteit. De volgende stap is wat mij betreft dat we in het klaslokaal terugzien, wat er formeel geregeld is. Daarom wil ik onderwijsprofessionals[24] de benodigde handvatten aanreiken om zelf met deze thema’s aan de slag te gaan.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
- Met betrekking tot de wijziging van de kwalificatie-eisen burgerschap in het mbo heb ik extra middelen beschikbaar gesteld voor het Kennispunt MBO Burgerschap, zodat zij de scholen kon informeren over de wijziging en over wat van mbo-scholen wordt verwacht. Via het Kennispunt MBO Burgerschap en Stichting School en Veiligheid worden scholen verwezen naar beschikbaar voorlichtingsmateriaal en lesaanbod.
- Met het lesmateriaal ‘De fijne kneepjes van het vak’ kunnen leerkrachten (in opleiding) pedagogisch vakmanschap ontwikkelen bij het werken aan seksuele integriteit. Het materiaal dat Stichting School en Veiligheid op mijn verzoek ontwikkelde is in eerste instantie bedoeld voor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs, maar is geschikt voor alle sectoren. Ook de universitaire lerarenopleidingen en hogescholen hebben aangegeven de handreiking te kunnen gebruiken bij de voor dit thema relevante bekwaamheidseisen.
- Verder ondersteun ik het project ‘Stil Verdriet’ van Theater AanZ, Stichting School en Veiligheid en Homo in de Klas, een voorstelling over homoseksualiteit binnen het christelijke geloof waaraan ook een training voor leraren gekoppeld is. De voorstelling is ontwikkeld in samenwerking met onder andere protestant-christelijk onderwijs en gaat na de zomer van 2020 in première.
- Daarnaast ondersteun ik de conferentie Genderwijs van Stichting School en Veiligheid over genderstereotypering in het onderwijs. De conferentie vindt plaats op 14 oktober 2020 en heeft als doel onderwijsprofessionals (in opleiding) op een positieve wijze aan het denken te zetten over onbewuste vooroordelen en welke effecten deze kunnen hebben op de ontwikkeling van leerlingen. Tijdens deze conferentie wordt onderwijsprofessionals handvatten geboden om hiermee om te gaan.
- In navolging van de motie Kuzu over het stellen van genderdiversiteitsdoelen voor het primair onderwijs ondersteun ik lerarenopleidingen en schoolbesturen om tot een betere verdeling van de man-vrouwverhouding in het primair onderwijs te komen. Met steun van OCW is daarom de alliantie Divers voor de Klas opgericht. De alliantie richt zich in eerste instantie met name op de instroom in de opleiding en het behoud van mannen in zowel de opleiding als het beroep.
- Binnenkort wordt vanuit OCW onderzoek uitgezet naar wat de overheid, lerarenopleidingen en schoolbesturen kunnen doen om te komen tot een meer diverse lerarenpopulatie, te beginnen met meer mannen voor de klas.
- Naast het bieden van handvatten aan onderwijsprofessionals vind ik het ook belangrijk om de positie van lhbti-leerlingen zelf te versterken, daarom steun ik de alliantie Gedeelde Trots, Gedeeld Geluk. De GSA’s (Gender and Sexuality Alliances) zijn onderdeel van deze alliantie en hebben vorig jaar met Paarse Vrijdag 1000 scholen bereikt. De GSA’s zijn een bewezen effectieve interventie die zorgt voor een sociaal veiliger klimaat op school. Ongeveer 85% van de VO-scholen en steeds meer mbo-scholen hebben een GSA.
- Aan het programma ‘Meer meisjes in mbo techniek’ van VHTO dat inzet op het meer genderinclusief maken van technische en ICT-opleidingen hebben uiteindelijk 24 mbo-scholen meegedaan. Om de continuïteit en verduurzaming van het programma te waarborgen verleng ik de subsidie eenmalig met twee jaar.

[23] Lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en intersekse leerlingen
[24] Waar wordt gesproken over onderwijsprofessionals worden niet alleen leraren bedoeld, maar iedereen die werkzaam in het onderwijs is. Dus bijvoorbeeld ook schoolleiders, conciërges, intern begeleiders, leraren in opleiding etc.


Europees en internationaal beleid
Aandacht voor LHBTI- en gendergelijkheid blijft belangrijk, ook voorbij de Nederlandse grenzen. De rechten en positie van LHBTI-personen binnen en buiten Europa staan onder druk. Hard bevochten rechten van vrouwen, meisjes en LHBTI-personen zijn binnen de EU en de VN opnieuw punt van discussie en dat is zorgelijk. Het kabinet blijft zich internationaal inzetten voor rechten van vrouwen en meisjes en gelijke rechten van LHBTI-personen. Verder verwelkomt het kabinet de genderstrategie die door de Europese Commissie is opgesteld in maart 2020.
Om op bovenstaande voortgang te boeken, zijn verschillende maatregelen nodig. Hierover is het volgende te melden:
- Samen met gelijkgestemde Europese collega’s zal ik de noodzakelijke steun bieden aan de Europese lhbti-netwerkorganisaties en de uitwisseling van goede wetgevings- en praktijkvoorbeelden verder stimuleren. Op initiatief van OCW ondersteunen nu ook andere overheden in Europa de Europese lhbti-netwerken. Activiteiten van deze Europese netwerken richten zich vooral op lotgenotencontact, deskundigheidsbevordering en voorlichting. Zo ondersteun ik onder andere de activiteiten van ILGA-Europe en IGLYO-Europe.
- Daarnaast is het door de Nederlandse overheid opgerichte Europese LHBTI Focal Points Netwerk[25] op initiatief van OCW en met steun van gelijkgezinde lidstaten per 2020 ingebed bij de SOGI-Unit van de Raad van Europa.
- Verder heb ik op uitnodiging van de Europese Commissie tijdens de Europese LHBTI-conferentie onder meer aandacht gevraagd voor de eerbiediging van het vrije verkeer van paren van hetzelfde geslacht in de Unie.
- Dit jaar stond de 64ste ‘Commission on the Status of Women’ (CSW64) in het teken van het 25e jubileum van de Beijing declaration en Platform for Action (BPfA). Samen met de Minister President van Aruba en de minister van sociale ontwikkeling, arbeid en welzijn van Curaçao zou ik naar de VN afreizen om het belang van een versnelde implementatie van de BPfA te benadrukken. Dit is helaas niet doorgegaan wegens de coronacrisis. Wel is er een politieke verklaring aangenomen waarin de lidstaten nogmaals de steun voor de BPfA uitspreken. Het betreft een tekst op hoofdlijnen dat eerdere ambities herbevestigd, onder meer op het terrein van economische zelfstandigheid. Nederland heeft er samen met gelijkgezinde landen voor gezorgd dat regressieve taal op het gebied van gender en vrouwenrechten uit de tekst bleef. Verder heeft Nederland via een geschreven verklaring ingezet op het uitstellen van een aantal onderdelen van de CSW64, waaronder de activiteiten rond het 25-jarig jubileum, tot en met de volgende CSW in maart 2021. Een belangrijke drijfveer was om sociale partners wereldwijd, waaronder het Nederlandse maatschappelijk middenveld, de kans te bieden op gepaste wijze stil te staan bij het jubileum van het BPfA, best practices uit te wisselen en bij te dragen aan het formuleren van de ambities van de VN op het terrein van gendergelijkheid.
- Het adviescomité voor gendergelijkheid (EU) heeft een opinie geschreven over Artificiële Intelligentie (AI) en gender. Nederland is voorzitter van het Europese schrijfteam. De opinie is in maart 2020 door de adviescommissie aangenomen en legt de bias in AI uit en geeft een aantal aanbevelingen om de bias op gender tegen te gaan. Samen met de Europese Commissie zal ik in het najaar een bijeenkomst organiseren voor beleidsmedewerkers uit EU-lidstaten om best practices op dit gebied met elkaar te delen.
- In 2019 is Nederland het onderwerp geweest van een rapportage over de naleving van het Verdrag van Istanbul (Verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en meisjes). Het rapport keek naar de volle breedte van het beleid ter bestrijding van gendergerelateerd geweld. In januari 2020 is het rapport gepubliceerd. Hierin werd de aanhoudende inzet van Nederland op dit terrein geprezen, maar werd ook kritiek geuit op onder andere de genderneutraliteit van het beleid. In de reactie op het rapport heeft Nederland aangegeven in het najaar inhoudelijk in te zullen gaan op de afzonderlijke aanbevelingen.
[25] Een intergouvernementeel netwerk dat zich focust op de uitwisseling van praktische en beleidservaringen.


Regenboogpunten regeerakkoord
In het regeerakkoord staat vermeld dat in Nederland iedereen gelijkwaardig is en dat je de vrijheid hebt om te houden van wie je wilt en om zichtbaar jezelf te kunnen zijn. Waar die vrijheid wordt beknot, er gediscrimineerd wordt of zelfs mensen niet veilig zijn, treedt de overheid actief op. Aan het begin van deze kabinetsperiode sloten acht politieke partijen het regenboogakkoord. In het regeerakkoord zijn de regenboogpunten opgenomen en uitgewerkt. Hieronder geef ik per onderdeel een stand van zaken.
Gelijke behandeling
In het regeerakkoord worden verschillende maatregelen genoemd om gelijke behandeling te bevorderen en discriminatie tegen te gaan. Zo wordt het voornemen van een aanvulling van artikel 1 van de Grondwet met seksuele gerichtheid en een beperking genoemd. Daarnaast wordt de behandeling van het initiatiefvoorstel tot aanvulling van de Algemene wet gelijke behandeling ter verduidelijking van de rechtspositie van transgender- en intersekse personen voortgezet en wordt onnodige geslachtsregistratie waar mogelijk beperkt.
- De behandeling van het initiatiefvoorstel tot aanvulling van de Algemene wet gelijke behandeling ter verduidelijking van de rechtspositie van transgender- en intersekse personen
- Met ingang van 1 november 2019 is dit punt uitgevoerd, doordat de Wet verduidelijking rechtspositie transgender personen en intersekse personen in werking is getreden.
- Aanvulling van artikel 1 van de Grondwet
- Ook op dit punt zijn mooie stappen gezet. Binnenkort ligt het initiatiefvoorstel in uw Kamer ter behandeling.
- Herijking ouderschap
- Met mijn collega van J&V heb ik in juli 2019 een kabinetsreactie op het rapport van de Staatscommissie herijking ouderschap aan uw Kamer gestuurd. De afgelopen maanden is gewerkt aan een wetsvoorstel over deelgezag en een wetsvoorstel over draagmoederschap. Deze conceptwetsvoorstellen zijn onlangs in internetconsultatie gegaan.
- Aanpassing wetboek van strafrecht
- Verder is met ingang van 1 januari 2020 de Wet herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen[26] in werking getreden.
- Onnodige geslachtsregistratie wordt waar nodig beperkt
Ook op dit punt worden de voorgenomen maatregelen genomen:- Mede namens de minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik, gelijktijdig met deze brief, een Kamerbrief over de voortgang van de aanpak van onnodige sekseregistratie naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Hierin wordt informatie gegeven over het afwegingskader onnodige sekseregistratie en de toolbox. Tevens wordt ingegaan op de uitkomsten van het onderzoek van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de vermelding van het geslacht op paspoorten en identiteitskaarten en de gevolgen van genderneutrale registratie.
- Gelet op het feit dat de jurisprudentie nog geen eenvormig beeld laat zien, meent de minister voor Rechtsbescherming ten aanzien van de geboorteakte dat het wenselijk is de nadere ontwikkelingen af te wachten, alvorens tot eventuele wetswijziging over te gaan. Van eventuele ontwikkelingen zal verslag worden gedaan in het kader van de voortgangsrapportage wetgevingsprogramma modernisering familierecht.
Voor meer informatie, zie gelijke behandeling
LHBTI en onderwijs
In het regeerakkoord is opgenomen dat onder meer bij de opleiding van docenten en in het MBO, de positie van LHBTI’s verbeterd wordt.
- Lerarenopleidingen
- De lerarenopleidingen hebben gezamenlijk de wettelijke bekwaamheidseisen vertaald naar de kennisbasis voor de pabo en de tweedegraadslerarenopleidingen. In de herijkte kennisbases (ingegaan per leerjaar 2018 – 2019) zijn seksuele diversiteit en genderdiversiteit expliciet geborgd. Op mijn verzoek heeft Stichting School en Veiligheid (SSV) een database ontwikkeld met materialen die kunnen worden ingezet om aankomende leraren toe te rusten op het gebied van sociale veiligheid.
- Met het lesmateriaal ‘De fijne kneepjes van het vak’ kunnen leerkrachten (in opleiding) pedagogisch vakmanschap ontwikkelen bij het werken aan seksuele integriteit. Het materiaal dat Stichting School en Veiligheid op mijn verzoek ontwikkelde is in eerste instantie bedoeld voor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs, maar is geschikt voor alle sectoren. Ook de universitaire lerarenopleidingen en hogescholen hebben aangegeven de handreiking te kunnen gebruiken bij de voor dit thema relevante bekwaamheidseisen.
- MBO
- Voor het mbo zijn de kwalificatie-eisen burgerschap gewijzigd, zodanig dat voor iedereen duidelijk is dat aandacht moet worden besteed aan onder andere seksuele en genderdiversiteit.
- Met betrekking tot de wijziging van de kwalificatie-eisen burgerschap in het mbo heb ik extra middelen beschikbaar gesteld voor de MBO-Raad, zodat zij de scholen kon informeren over de wijziging en over wat van mbo-scholen wordt verwacht. Via de MBO-Raad en Stichting School en Veiligheid worden scholen verwezen naar beschikbaar voorlichtingsmateriaal en lesaanbod.
Zie onderwijs voor wat ik de komende tijd nog meer ga doen.
Suïcide- en depressiepreventie lhbti-jongeren
Zoals afgesproken in de regenboogpunten van het regeerakkoord ondersteunen mijn collega van VWS en ik het voorkomen van depressies en zelfdoding, waarbij we speciaal aandacht hebben voorjongeren in de schoolsetting en lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen:
- Zo werk ik samen met mijn collega van VWS aan preventie van depressie en suïcide onder lhbti-jongeren. Zo is samen met jongeren de informatie- en hulpwebsite Iedereenisanders.nl geactualiseerd. De vernieuwde website bevat ook een gedeelte voor ouders. Hier staan tips over hoe ouders het gesprek met hun kind kunnen aangaan en hoe zij hun kind kunnen steunen. Daarnaast zijn masterclasses en online trainingen ontwikkeld voor professionals en vrijwilligers die met jongeren werken.
- VWS is daarnaast in oktober 2019 de jongerencampagne #kweetnie gestart. Deze is in samenspraak met OCW en het COC ontwikkeld en gericht op het bespreekbaar maken van twijfels over seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Binnen de jongerencampagne is specifiek aandacht voor religieuze jongeren en voor transgender jongeren. De campagne wijst jongeren die hulp of informatie zoeken weer door naar het platform Iedereenisanders.nl.
Buitenlandbeleid
In de regenboogpunten van het regeerakkoord is ook aandacht voor de positie van LHBTI’s, zoals afgesproken heb ik de aandacht hiervoor voortgezet en heb ik actief opgetreden:
- Zo zal ik samen met gelijkgestemde collega’s de noodzakelijke steun verbreden aan de Europese lhbti-netwerkorganisaties en de uitwisseling van goede wetgevings- en praktijkvoorbeelden verder stimuleren.
- Op initiatief van OCW ondersteunen nu ook andere overheden in Europa de Europese lhbti-netwerken. Activiteiten van deze Europese netwerken richten zich vooral op lotgenotencontact, deskundigheidsbevordering en voorlichting.
- Het door de Nederlandse overheid opgerichte Europese LHBTI Focal Points Netwerk[27] is op initiatief van OCW en met steun van gelijkgezinde lidstaten per 2020 ingebed bij de SOGI-Unit van de Raad van Europa.
[26] Deze wet betreft onder meer de verhoging van de strafmaxima voor het delict aanzetten tot geweld, haat en discriminatie.
[27] Een intergouvernementeel netwerk dat zich focust op de uitwisseling van praktische en beleidservaringen.


Moties & toezeggingen
MOTIES
De Tweede Kamer verzoekt de regering een genderspecifiek onderzoek te doen naar het verband tussen financiële afhankelijkheid, partnergeweld en eergerelateerd geweld, en hoe de positie van kwetsbare vrouwen en kinderen bij de aanpak van dergelijk geweld kan worden verbeterd.
Atria gaat onderzoek doen naar de samenhang tussen financiële afhankelijkheid en partnergeweld. De eerste uitkomsten worden na de zomer verwacht.
De Tweede Kamer verzoekt de regering, inzichtelijk te maken hoe de kwaliteitseis “gender” in het integraal afwegingskader wordt toegepast en hoe dit leidt tot inzicht in gendereffecten, en de Kamer hierover te informeren bij de eerstvolgende voortgangsrapportage Emancipatie.
Ik ben bezig met een interdepartementale inventarisatie over wat de stand van zaken is, hoe die kwaliteitseis werkt en wat dat voor gevolgen heeft. We informeren uw Kamer hierover in 2020.
Motie van de leden Bergkamp en Yesilgöz-Zegerius over het naleven van het Coman-arrest.
De Tweede Kamer verzoekt de regering zich bij een passende volgende gelegenheid in de EU uit te spreken over het naleven van het Coman-arrest in alle EU-lidstaten en daarover verslag te doen aan de Kamer.
Ik heb dit aan de orde gesteld in mijn toespraak tijdens de EU LHBTI-conferentie in september 2019. Voorts is het onderwerp – op initiatief van NL, DUI en SPA besproken tijdens de informele bijeenkomst van de EU PV’s & ILGA-Europe in Brussel in november 2019.
De Tweede Kamer verzoekt de regering te onderzoeken wat nodig is om het aantal meldingen van verdenkingen van genitale verminking te verhogen en daarbij de mogelijkheid van een meldplicht te betrekken.
De motie is met het verzenden van de Actieagenda Schadelijke Praktijken in februari 2020 afgedaan.
Motie van het lid Sjoerdsma over het zo snel mogelijk uitvoeren van het regenboogstembusakkoord.
De Tweede Kamer verzoekt de regering alle elementen uit het regenboogstembusakkoord zo snel als mogelijk uit te voeren.
Zie de actuele stand van zaken bij de uitvoering van het regenboogstembusakkoord.
Motie van het lid Bergkamp c.s. over de belemmeringen van transgenderpersonen op de arbeidsmarkt.
De Tweede Kamer verzoekt de regering de belemmeringen voor transgenderpersonen op de arbeidsmarkt in kaart te brengen, te kijken in hoeverre er een knelpunt is met bestaande verlofregelingen en mogelijkheden te onderzoeken om de arbeidsmarktpositie van deze groep te verbeteren.
Naar de arbeidsmarktpositie van transgenderpersonen is een onderzoek gestart. De resultaten van dit onderzoek zijn eind 2020 beschikbaar.
De Tweede Kamer verzoekt de regering te onderzoeken in welke mate niet medisch noodzakelijke ingrepen plaatsvinden bij jonge intersekse kinderen en de Kamer daarover voor de begrotingsbehandeling in 2020 te informeren.
Op dit moment wordt met het ministerie van VWS bekeken hoe een dergelijk onderzoek eruit zou kunnen zien. We streven ernaar uw Kamer hierover voor het herfstreces te informeren.
Motie van het lid Kuzu over een evenwichtige man-vrouwverhouding bij leerkrachten.
De Tweede Kamer verzoekt de regering, om in het primair onderwijs een doel te stellen om te komen tot een evenwichtige man-vrouwverhouding bij leerkrachten en de Kamer daarover in het voorjaar van 2020 te informeren, tezamen met voorstellen hoe deze doelen bereikt gaan worden.
Met steun van OCW is de alliantie Divers voor de Klas opgericht. De alliantie richt zich op het verhogen van de instroom in de opleiding en het behoud van mannen in zowel de opleiding als voor het beroep. Gelijktijdig wordt vanuit OCW een onderzoek uitgezet naar wat overheid, lerarenopleidingen en schoolbesturen kunnen doen om te komen tot een meer diverse lerarenpopulatie, te beginnen met meer mannen. Door middel van deze rapportage wordt ook meteen aan de toezegging tot informeren van de Kamer voldaan.
De Tweede Kamer verzoekt de regering de positie van transgender personen expliciet mee te nemen bij bevolkingsstudies zoals de Gezondheidsenquête en de Veiligheidsmonitor.
Ik ben met het SCP in gesprek om te bezien of zij, eventueel samen met de onderzoekers van de universiteit van Gent, vragen naar genderidentiteit beter kunnen meenemen in grote bevolkingsonderzoeken zoals de Gezondheidsenquête of de Veiligheidsmonitor. In het LHBT jongerenonderzoek van het SCP zullen de transgender jongeren voor het eerst worden meegenomen (dit voorjaar). Daarnaast zal in de nieuwe monitor Sociale Veiligheid op scholen gezorgd worden voor het includeren van transgender leerlingen. Hiertoe zal worden samengewerkt met de contactgroep Genderkind en Ouders van de patiëntenorganisatie Transvisie.
De Tweede Kamer verzoekt de regering bij de aanpak van racisme ook te kijken naar mogelijkheden om homofobie en antisemitisme te bestrijden en daarbij preventie door middel van cursussen en voorlichting expliciet onderdeel te maken van de aanpak.
Samen met de minister voor Medische Zorg en Sport ondersteun ik de Alliantie Gelijkspelen. Deze alliantie stimuleert met een breed pakket aan activiteiten de sociale acceptatie van lhbti-personen in de sport en heeft als doel het realiseren van een open, veilig en prettig team- en verenigingsklimaat voor lhbti-personen in de sport. KNVB, NOC*NSF, KNHB, de roze voetbalfanclubs en de John Blankenstein foundation werken hierbij nauw samen. Met training, deskundigheidsbevordering, voorlichting en deskundig advies richt de Alliantie zich op sportbonden, sportverenigingen, regenbooggemeenten, betaald voetbalorganisaties en supporters.
TOEZEGGINGEN
Onnodige geslachtsregistratie
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Lintmeijer (GroenLinks) en Meijer (SP), toe aan de verantwoordelijke bewindslieden het verzoek over te brengen om de Eerste Kamer op de hoogte te houden van de ontwikkelingen rondom het tegengaan van onnodige geslachtsregistratie.
Op 3 juli 2019 heeft de Eerste Kamer van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een brief ontvangen waarin staat vermeld dat aan de Tweede Kamer is toegezegd hen in het najaar nader te informeren. En dat een afschrift hiervan wordt verstuurd naar de Eerste Kamer.
Mede namens de minister voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik, gelijktijdig met deze brief, een Kamerbrief over de voortgang van de aanpak van onnodige sekseregistratie naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.
IBO Deeltijd
Het kabinet heeft een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Deeltijdwerk laten verrichten om de Nederlandse deeltijdcultuur te onderzoeken en om beleidsopties aan te reiken. Het IBO Deeltijdwerk plus de kabinetsreactie daarop zijn op 29 april 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Zoals in de kabinetsreactie op het IBO Deeltijdwerk is aangekondigd, zal het kabinet scenario’s laten uitwerken voor het stelsel van voorzieningen voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Dit stelsel omvat onder andere kinderopvang, primair onderwijs en verlof voor ouders.
Conferentie transfobie
Ik zal, conform mijn toezegging tijdens het wetgevingsoverleg emancipatie op 2 december, een internationale conferentie laten organiseren over transfobie. Hiervoor zullen (internationale) activisten en belangenorganisaties worden uitgenodigd. Ik betrek Transgender Netwerk Nederland bij de opzet en organisatie van de conferentie. De conferentie zal naar verwachting in het najaar van 2020 worden gehouden.
Onderzoek bi’s
Vanuit Bi+ zal dit jaar onderzoek worden uitgevoerd naar gezondheidsverschillen tussen personen met biseksuele gevoelens of ervaringen en de algemene bevolking. Dit zal bestaan uit een kennissynthese, een kwantitatief onderzoek (als vertaling van Australisch onderzoek) en een kwalitatief onderzoek. Het eerste deel van de bevindingen wordt in maart 2021 verwacht.


Kort overzicht allianties emancipatiebeleid
1. Alliantie Gezondheidszorg op Maat (WOMEN Inc., COC, Rutgers)
Gericht op een gendersensitieve en LHBTI-sensitieve gezondheidszorg.
2. Samen werkt het (WOMEN Inc., Movisie, Wo=men, Proefprocessenfonds Clara Wichman, NVR)
Gericht op het stimuleren van mannen en vrouwen, in het bijzonder financieel kwetsbare vrouwen, om de mogelijkheden te benutten voor het combineren van arbeid en betaalde zorg.
3. Act4Respect (Rutgers, Atria)
Gericht op de preventie van gender gerelateerd geweld bij jongeren en jongvolwassenen, zowel via algemene preventie als bij risicogroepen gericht op (potentiële) slachtoffers en daders.
4. Werk.en.de.toekomst (Atria, VHTO, Emancipator, NVR)
Gericht op het doorbreken van genderstereotiepe beeldvorming in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.
5. Gedeelde trots, gedeeld geluk (COC, Transgender Netwerk Nederland, NNID)
Gericht op sociale acceptatie en veiligheid van LHBTI’s.
6. Verandering van binnenuit (Movisie, Consortium Zelfbeschikking)
Gericht op het bevorderen van de sociale veiligheid en de acceptatie van LHBTI- en gendergelijkheid in vluchtelingen- en migrantengemeenschappen. In het Consortium is een groot aantal organisaties vertegenwoordigd uit o.a. de Turkse, Marokkaanse en Hindoestaanse gemeenschappen.
7. Bronnen van verandering (Atria)
De bibliotheek en archieffunctie op het terrein van gender(gelijkheid).
8. LGBT Heritage (IHLIA)
De bibliotheek en archieffunctie op het terrein van LHBTI.